22 mei, 1999 - Posthoornkerk, Amsterdam


CONCERT X
Previous Concert       Next Concert


presenteert




Jongerenconcert






PROGRAMMA





tja(deB)     D. Andrew Stewart

sss...sõ (KK)     Cléo Palacio-Quintin

....until....(SA)     Clarens Baarlo

Improvisation Conducting(KK,BM)     de kinderen

pauze

Een beetje verliefd(elec.)     D. Andrew Stewart

Zeven Korte Scènes / Dierenliedjes / what the!!(KK,BM,elec.)
     Martijn Voorvelt / Emily Doolittle / Andrew Stewart
Winderige Prelude
De Zee
Turtle Clan Chant
Landinwaarts
Fox Clan Chant
Paniek
Bat Chant
Schemering
Bears Lullaby
Nacht
Crow Clan Chant
Ochtend
what the!!

Brouillard(SA)     Ton Bruynèl

Jimmy raps(KK,deB)     Pat Clark/Andrew Stewart



     KK Kinderkoor Konstantijn
     BM Studenten van Buitenveldertse Montessori School
     deB Slagwerkgroep Muziekvereniging de Bazuin
     SA Sonsoles Alonso, piano
     elec. electronica




MUZIEK




Cléo Palacio-Quintin
sss...sõ Cléo Palacio-Quintin (1999)

'Sõ' is the phonetic spelling for the word 'son', which means 'sound' in french. How do phonetic sounds relate to the meaning of the words they form? In this piece, a short poem written by Jessica Vigneault is used as 'sound material'. The words are fragmented and spread among four choirs surrounding the public. Within a written form, alot of freedom is left to the performers who are asked to explore different possibilities of pronunciation of the phonemes.


Les sons du ciel résonnent sans cesse
Ils sifflent et soufflent un vent furieux
et tourbillonnent dans son ivresse

le sõ du sjel re'zon sã ses
il sifl e sufl vã fy'rjø
e tur'bi'jon dã sõ ivre 's

The sounds of the sky echo incessantly
They whistle and blow a raging wind
and whirl in his dizziness

Die klanken van hemel weerklinken voortdurend
Zijn fluiten en blazen een wind razend
en dwarrelen in zijn duizeligheid

(French text by Jessica Vigneault, translations by Cléo Palacio-Quintin)



D. Andrew Stewart
Een beetje verliefd

Wilhelmus van Nassouwe
Ben ick van Duytschen Bloedt,
Den Vaderland ghetrouwe
Blijf ick tot inden doet.
Een Prince van Orangien
Ben ick vry onverveert,
Den Coninck van Hispangien
Heb ick altijt geheert.

In Godes vrees te leven
Heb ick altijt betracht,
Daerom ben ick verdreven
Om land, om Luyd ghebracht:
Maer Godt sal my regeren
Als een goet Instrument,
Dat ick sal wederkeern
Al in mijn Regiment.

Lijdt U, mijn Ondersaten,
Die oprecht zijn van aert,
Godt sal u niet verlaten
Al zijt ghy nu beswaert:
Die vroom begheert te leven,
Bijdt Godt nacht ende dach,
Dat Hy my cracht wil gheven
Dat ick u helpen mach.

Lijf ende goed al te samen
Heb ick u niet verschoont,
Mijn Broeders, hooch van Namen,
Hebbent u oock vertoont:
Graef Adolff is ghebleven,
In Vrieslandt in den Slach,
Sijn siel int eewich leven
Verwacht den jonghsten dach.

Edel en Hooch gheboren
Van Keyserlicken stam:
Een Vorst des Rijcks vercoren,
Als een vroom Christen-man,
Voor Godes Woort ghepreesen,
Heb ick vrij onversaecht,
Als een helt zonder vreesen
Mijn edel bloet gewaecht.

Mijn schilt ende betrouwen
Zijt ghy, O Godt, mijn Heer,
Op U soo wil ick bouwen,
Verlaet my nimmermeer:
Dat ick doch vroom mag blijven
U dienaer t'aller stond,
Die tyranny verdrijven,
Die my mijn hert doorwondt.

Van al die my beswaren,
End mijn vervolghers zijn,
O Godt wilt doch bewaren
Den trouwen dienaer dijn:
Dat sy my niet verrasschen
In haeren boosen moet,
Haer handen niet en wasschen
In mijn onschuldich bloet.

Als David moeste vluchten
Voor en voor Saul den tyran:
Soo heb ick moeten suchten
Met menich edelman:
Maer Godt heeft hem verheven,
Verlost uit alder noot,
Een Coninckrijck ghegheven
In Israel, seer groot.

Na tsuer sal ick ontfangen
Van en van Godt, mijn Heer, dat soet,
Daer na so doet verlanghen
Mijn vorstelick ghemoet,
Dat is, dat ick mag sterven
Met eeren, in dat velt,
Een eewich rijck verwerven
Als een ghetrouwe helt.

Niet doet my meer erbarmen
In en in mijnen wederspoet,
Dan dat men siet verarmen
Des Conincks landen goet,
Dat u de Spaengiaerts crencken,
O edel Neerlandt soet,
Als ick daeraen ghedencke,
Mijn edel hert dat bloet.

Als een Prins opgheseten
Met en met mijnes heyres cracht,
Van den tyran vermeten
Heb ick den slach verwacht,
Die, by Maestricht begraven,
Bevreesde mijn ghewelt:
Mijn ruyters sach men draven
Seer moedich door dat velt.

Soo het den wil des Heeren
Op en op die tijt had gheweest,
Had ick gheern willen keeren
Van en van u dit swaer tempeest:
Maer de Heer van hier boven
Die alle dinck regeert,
Die men altijt moet loven,
En heeftet niet begeert.

Seer christlick was ghedreven
Mijn en mijn princelick ghemoet,
Stantvastich is ghebleven
Mijn en mijn hert in teghenspoet,
Den Heer heb ick ghebeden
Van mijnes herten gront,
Dat Hy mijn saeck wil reden,
Mijn onschult doen oircont.

Oorlof mijn arme schapen,
Die en die zijt in grooten noot,
U Herder sal niet slapen,
Al en al zijt ghy nu verstroit:
Tot Godt wilt u begheven,
Sijn heylsaem woort neemt aen,
Als vrome Christen leven,
Tsal hier haest zijn ghedaen.

Voor Godt wil ick belijden
End en end sijner grooter macht,
Dat ick tot gheenen tijden
Den Coninck heb veracht:
Dan dat ick Godt den Heere,
Der hoochster Majesteyt,
Heb moeten ovedieren,
In der gherechticheyt.



Martijn Voorvelt
Zeven Korte Scènes (1999)

De Zeven Korte Scènes zijn bedoeld als entr'actes (pauze-muziekjes), maar kunnen ook aan elkaar geregen worden tot een geheel. Ze zijn geïnspireerd door natuurgeluiden en de manier waarop geluiden in de natuur functioneren en elkaar beïnvloeden. Er zijn bijvoorbeeld achtergrond-geluiden, geluiden die iets willen vertellen, en geluiden die oeroude symbolen in zich dragen. De klanken die het koor voortbrengt zijn dan ook niet per se bedoeld als exacte imitaties van bestaande geluiden. Maar ze roepen wel bepaalde landschappen en gebeurtenissen op, die verder nog van alles aan de fantasie van de luisteraar kunnen overlaten. De scenes hebben de volgende titels:
1) Winderige Prelude. 2) De Zee. 3) Landinwaarts. 4) Paniek. 5) Schemering. 6) Nacht. 7) Ochtend.


Emily Doolittle
Dierenliedjes

For the past six years I have participated in Canadian composer R.
Murray Schafer's collaborative composition project "And Wolf Shall Inherit
the Moon." Every August the 64 members of the group -- musicians, dancers,
actors, artists, and anyone else who is interested -- meet for a week in
the wilderness of Ontario to work on the project. We work both towards a
final performance, currently indefinitely far in the future, and towards
living each day in a ritualized, artistic way. Music is central to both
the final performance and daily life. Many of the project participants,
however, have little or no musical training, and it can be challenging to
write music which is both singable by the untrained and interesting to the
musicians. Over the years I have written a number of songs and chants for
the group. Some were too difficult for the non-musicians, while others
were too simple for everybody. A few, however, seemed to satisfy both
requirements, and these are the songs I chose for tonight's performance.
This is first time they will be performed outside of "And Wolf Shall
Inherit the Moon".




Pat Clark/Andrew Stewart
Jimmy raps

jig-a jig-a jig-a jig-a
jig-a jig-a jig-a
jig-a jig-a
jig-a-jag zig-a-zig zig zigzag a-jig-a zig-a zig-a-zag a-zag a-zag zigzag




EXTRA________________________________________


Concerten I t/m IV is een initiatief van een internationale groep
componisten. De opzet beoogt een vrij podium te zijn voor nieuwe muziek
zonder te proberen een stilistische of thematische signatuur voorop te
stellen, voor experimenten met concertvormen, voor contacten tussen jonge
musici (waarvan dit concert een goed voorbeeld is), jonge componisten en een
fris publiek. Ons volgende concert, met werken van Cléo Palacio-Quintin, Ned
McGowan, Ruediger Meyer, Morton Feldman en een hedendaags-klassieke DJ act
van Joshua Penman, vindt plaats op 11 juni.



home page / concerten by number / artists / tot en met / catalogue / email